In 1642, zevendertig jaar na de publicatie van exotica, worden de ervaringen van de academicus Bontius gepubliceerd, in de collectie over zaken aangaande de natuurwetenschappen en de medicijnen in de Indies. Er staat ook een beschrijving van de dodo in, namelijk in hoofdstuk XVII
Vanuit het Latijn:
Een van de eilanden in Oost-India word genoemd Cerne,bij ons beter bekend als Mauritius,en is voornamelijk bekend om zijn ivoor.Op dit eiland is een wonderbaarlijke vogel te vinden, gekend als de Dronte. de omvang (doet me denken) aan een struisvogel of een Indonesische hen,maar toch is deze vogel anders in bepaalde delen van herkenning,en gelijkend in andere delen van herkenning. In herkenning doet ze me vooral denken aan de Afrikaanse struisvogel,met respect voor het lichaam,de vleugels en de veren,waar ze als ze als vergelijking eerder doet denken aan een Guinees varkentje dan aan een struisvogel omwille van de kleine poten. Ze heeft een groot,lelijk hoofd, bedekt met een soort van membraan,dat me doet denken aan dat van de koekoek. Ze heeft grote,zwarte ogen, ze heeft een ijverige en vooruistekende nek,een excessief lange bek,sterk,met een groenblauwe schijn dat mengt met wit,met uizondering voor het voorste van de bek,dat zwart is aan de onderkant en gaal aan de bovenkant.Beide delen van de bek zijn puntig en krom.Ze heeft een vuil gezicht,erg breed,en zoals je kunt zien,geboren als een gulzigaard.Aan de ene kant heeft ze, zoals een paar roeiriemen,smalle vleugels met veren,die van een gele schijn overgaan in asgrijs,en aan het eind van haar achterlichaam is ze behept met vijf veren die doen denken aan een staart van een uniforme kleur. De voeten zijn geel, sterk,maar erg kort,en ze wandeld op vier sterke tenen met sterke zwarte nagels.De vogel is traag in haar bewegingen en stom,wat haar tot een gemakkelijke prooi maakt voor jagers. Het vlees van deze beesten,in hoofdzaak de borst, is vettig, voedzaam,en zo veel dat het vlees van drie of vier Drontes genoeg is omù honderd zeemannen tevreden te stellen. Als ze niet gekookt worden tot ze mals zijn of te oud zijn,ze ze moeilijk te verteren.Deze beesten eten zoutachtig. Kiezels van verschillende grote en breedte zijn gevonden in de maag van deze dieren.As-grijs van kleur. Ze worden daar niet gevormd zoals een overgrote meerderheid van de matrozen denkt,maar zijn opgepikt van het strand,en zo staaf ik dat ze soortgenoten zijn van de struisvogel,omdat ze net zoals de struisvogel de meest harde dingen naar binnen schrokken,zonder ze te kauwen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten