Britse wetenschappers hebben meer dan veertig nieuwe diersoorten gelokaliseerd in de vulkaankrater Mount Bosavi op Papoea-Nieuw-Guinea. Geen mens was ooit zo diep in het onherbergzame tropische woud getrokken.
" Het was ongelooflijk hoe tam de dieren waren", legt professor George Mcgavin van de Universiteit van Oxford uit. " Bergkangoeroes bijvoorbeeld zijn normaal gezien erg schuchter, maar deze exemplaren kuierden rustig door ons kamp. Dat bewijst dat er nog bijna nooit mensen zijn geweest". Mount Bosavi, meer dan 2.800 meter hoog, is als een eiland in het uitgestrekte tropische woud in het Zuiden van Papoea-Nieuw-Guinea. De hellingen van de berg zijn zo stijl, dat ook de plaatselijke bevolking zich nooit in de kater waagt. Omgekeerd houden de hellingen de dieren al meer dan 200.000 jaar, sinds de laatste uitbarsting van de vulkaan, in de krater.
Een team van bijna dertig man, met twee BBC-cameraploegen in hun kielzog, struinde in februari van dit jaar drie weken door de jungle op zoek naar onbekende levensvormen. De wetenschappers vermoeden dat ze meer dan veertig nieuwe soorten hebben gevonden, waaronder zestein nieuwe kikkersoorten en enkele kleurige paradijsvogels. Ook liefhebbers van insecten en spinnen kwamen uitgebreid aan hun trekken. Mcgavin spreekt enthousiast over harige rupsen en spinnen, sierlijke muggen en een fluorescerende kever. De meest opvallende ontdekkingen waren een gecamoufleerde gekko, een knorrende vis, een kikker met tanden, en een grijze reuzenrat.
De rat, Bosavi wollige rat gedoopt, was de lieveling van de expeditie. " Het beest heeft een pluizige grijze vacht, is net zo groot als een kat en is heel aanhankelijk", vertelt bioloog Kristof Helgen. " Het is wellicht de grootste rat ter wereld". Behlve de "vreemd uitziende" nieuwsgierige bergkangoeroe, konden de wetenschappers ook op de aandacht van een kleine grijze koeskoes rekenen. Volgens Helgen lijkt het diertje nog het meest op ' een beer met een buidel'. " Hij is twee dagen op mijn schouder blijven zitten, tot hij plots weg was". Hun tamme aard is te verklaren door een gebrek aan natuurlijke vijanden. " De zoogdieren in de krater hebben van niets of niemand te vrezen".
Al duurt het nog even voor het Oxford Instituut zal kunnen bevestigen of het inderdaad om nieuwe diersoorten gaat, het grote belang van de expeditie staat nu al buiten kijf. " Het gaat om een uitzonderlijk rijk gebied", zegt expeditieleider Steve Backshall. "de krater bestrijkt niet meer dan vier vierkante kilometer, en toch hebben we op korte tijd zoveel kunnen ontdekken".
Backshall vraagt aandacht voor natuurbehoud in het gebied." De krater is ongerepte natuur. Alle stenen waren overdekt met mos, ons kamp lag naast een snelstromende , kristalheldere rivier, de vogels en insecten zorgden voor een oorverdovende kakafonie. Terwijl er twintig kilometer verder elke dag hele voetbalvelden woud tegen de vlakte gaan." In Papoea-Nieuw-Guinea verdwijnt jaarlijks meer dan 3 procent van de jungle.
woensdag 9 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten