zaterdag 6 februari 2010

kwallen zijn de gardes van de zee

Zeedieren blijken bijbaantjes te hebben.Door te bewegen roeren kwallen,krill,plankton,vissen,inktvissen,walvissen en veel andere dieren het water in de oceaan goed door.Dit hebben biofysici van het California Institute of Technology aangetoond.Door onschadelijke groene inkt in het water te druppelen voor een paar kwalletjes hebben de onderzoekers nu het effect gemeten dat de dieren op het omringende water hebben.Al draagt elk dier maar een heel klein beetje bij in verhouding tot de watermassa's,de beweging van alle dieren samen heeft evenveel effect als planetaire en geofysische krachten die getijden,zeestromen en windgordels veroorzaken.De onderzoekers hebben dus een nieuwe factor gevonden voor de manier waarop warmte,gas en voedsel in de oceanen verspreid worden.Dit helpt bij het begrip van klimaatveranderingen,want er zit enorm veel broeikasgas in zee.

vrijdag 5 februari 2010

zo tellen we de dieren

We hebben een uitgebreide feitenkennis van het leven van vele dieren,maar we kunnen bijna nooit zeggen hoeveel exemplaren ervan zijn,al lijkt dat nog zo simpel.Wetenschappers tonen nauwelijks interesse in de exacte wereldpopulatie van een soort.Vaak bestuderen ze in een bepaald gebied subpopulaties om te zien of er van jaar tot jaar veranderingen optreden.En de methodes die ze hanteren varieren dan ook van soort tot soort.

Krill: het meest voorkomende organisme ter wereld: Krill is een kreeftachtige van circa 1 cm,en een belangrijke voedselbron voor robben,walvissen en pinguins.Om het aantal te tellen,halen wzeebiologen een fijnmazig net door het water.Aan de hand van de vangst berekenen ze hoeveel krill er in een kubieke meter zit.Het resultaat is:30.000 krill per m x25 miljard m zeewater,rekening houdend met diepte en temperatuur=750 biljoen stuks.

Papegaaiduikers: gewoon broedplaatsen tellen.Sommige soorten kunnen het best geteld worden op de broedplaats-als die bekend is.Papegaaiduikers broeden in koilonies op de rotsen.Varend langs de richels op de rotsen tellen de biologen alle nesten,waarna ze de aantallen inschatten.Papegaaiduikers komen voor in de noordelijke streken zoals de Faroereilanden,Groenland,Ierland,Ijsland,Noord-Amerika en Rusland.15 miljoen in totaal.

Blauwe walvis: verstopt zich in zee.Elk jaar fotografeert men op dezelfde locaties walvissen die aan een litteken of kleur te herkennen zijn.Er komem nieuwe bij,andere sterven.Met de verzamelde gegevens kan een grove schatting gemaakt worden van de totale populatie,inclusief de walvissen onder water.Onderzoekers gaan ervan uit dat er 11 populaties blauwe walvissen zijn in vier regio's;in het Noorden van de Atlantische oceaan 600-1500,in de Stille oceaan 2000-3000,in het Noorden van de Indische oceaan circa 400 en rond de Zuidpool een paar duizend.In totaal dus een stuk of 6000 dieren.

olifant:kuddedieren geteld door vliegtuigen en via DNA: Olifanten worden vanuit de lucht geteld.Maar zelfs olifanten worden nog weleens over het hoofd gezien.Daarom wordt de telling aangevuld met monsters van ontlasting en daaruit geisoleerd DNA voor een register-net als het fotoregister van walvissen.Het register zal nooit compleet zijn,maar benadert het juiste aantal.De populatie Afrikaanse olifanten wordt geschat op 400.000 dieren.

Kraanvogel:Allemaal op een plek:Soorten met een klein leefgebied laten zich vrij makkelijk tellen,zoals de Siberische kraanvogel.Die overwintert voor zover bekend aleen bij drie meren in China.Maar zelfs in de makkelijke gevallen gaat het om een grove schatting aan de hand van de tellingen die vaak bij slecht zicht en in lastige omstandigheden zijn uitgevoerd.Diverse kraanvogels zijn nu uitgerust met sattelietzenders waarmee ze gevolgd worden;daar wordt de schatting al een stuk nauwkeuriger van.Ornithologen houden het op zo,n 3200 vogels.

Springstaart:op de vlucht voor hitte. Springstaarten zijn primitieve insecten van enkele millimeters die een grote rol spelen bij de compostering.Vaak zijn er honderduiwenden per vierkante meter,en ze horen bij de talrijkste diersoort in millimeterformaat.Ecologen tellen springstaarten op bijna dezelfde wijze als zeebiologen krill tellen.ze gooien een bodemmonster in een trechter en warmen het vervolgens op.De diertjes vluchten voor de warmte en komen in een bakje terecht,waarna de onderzoekers ze tellen.Gemiddeld zijn er in het bos ongeveer 50.000 per viekante meter.

Blau

zondag 31 januari 2010

biodiversiteit

In elke habitat,of het nu op de grond is,in bomen of in het water,zijn het in eerste instantie vooral de grote dieren die onze aandacht trekken: vogels,zoogdieren,vissen,vlinders.Pas na verloop van tijd treden de kleinere soorten op de voorgrond.Tussen de planten blijken ontelbare insecten te kruipen, en onder de grond leven wormen en allerlei naamloze levensvormen die haastig wegkronkelen zodra je de spade de grond insteekt.Dan zijn er de mieren die naar alle kanten uitzwermen en als hun nest wordt blootgelegd: tussen vergeelde graswortels laten zich vaak keverlarven zien.

Keer je een steen om,dan gaat er opnieuw een wereld van kleine soorten voor je open:spinachtige wezens en een scala bleke,onbekende diertjes in allerlei gedaanten. Minuscule kevertjes vluchten voor het plotselinge licht en pissebedden krullen hun lijf tot een balletje.Duizenden miljoenpotigen wringen zich als gepantserde sciencefictionfiguurtjes in de dichtsbijzijnde spleet.Samen met bacterien en andere onzichtbare micro-organismen die tussen de zandkorrels in de bodem nestelen of rondzwemmen,vormen deze bodemdiertjes de spil van het leven op aarde.De volledige ondergrondse habitat is een levend geheel.Vrijwel alle stoffen die de zandkorrels omgeven,zijn door levende wezens geproduceerd.Stel dat de organismen uit een van de hier afgebelde kubussen volledig zouden verdwijnen.Het leven in de kubus zou dan volledig op zijn kop worden gezet.De moleculen in de bodem of het stroombed zouden kleiner en meer basaal worden.Zuurstof-,kooldioxide-en andere gasconcentraties zouden veranderen.Over het geheel genomen zou een nieuw natuurlijk evenwicht ontstaan dat meer doet denken aan een verre,steriele planeet.De aarde is de enige bekende planeet met een biosfeer.Die dunne,membraanachtige laag van leven is onze enige thuis.En zij is zelf in staat het vexacte milieu te handhaven dat wij nodig hebben om in leven te blijven. De meeste organismen en soorten in de biosfeer leven aan of vlak onder het aardoppervlak,in hun lichaam spelen zich de cyclische chemische reacties af waarvan al het leven afhankelijk is.Er zijn soorten die dood plantaardig of dierlijk materiaal dat op de grond ligt afbreken met een precisie waaraan geen menselijke technologie kan tippen.Gespecialiseerde roofdieren en parasieten voeden zich op hun beurt met deze aaseters.Deze voortgaande cyclus van geboorte en dood zorgt ervoor dat voedingsstoffen terugkeren in het plantenrijk,zodat daar het proces van fotosynthese kan doorgaan.Zonder de soepele samenwerking tussen al deze schakels zou de biosfeer ophouden te bestaan.We hebben al deze biomassa en biodiversiteit dus nodig.Maar desondanks weten we niet veel over het leven in de bodem,ook wetenschappers niet.Zo zijn tot dusver ongeveer zestigduizend fungisoorten ontdekt en onderzocht,waaronder paddenstoelen,roestsoorten en schimmels;maar specialisten schatten dat er in totaal ruim anderhalf miljoen soorten bestaan.Een van de talrijkste dierengroepen op aarde zijn de nematoden of rondwormen,waaronder een hele klasse nauwelijks zichtbare wormpjes sie overal onder de grond te vinden zijn.Tienduizenden soorten rondwormen zijn bekend,maar het werkelijke aantal ligt mogelijk in de miljoenen.Schimmels en rondwormen worden in aantal op hun beurt overtroffen door nog kleinere organismen.Een gram tuinaarde bevat miljoenen bacterien die duizenden soorten vertegenwoordigen.De meeste ervan zijn nooit beschreven.Tot de beter bestudeerde insecten behoren de mieren met ruim twaalfduizend beschreven soorten.Toch ligt een aannemelijke schatting van het werkelijke aantal op het dubbele,mogelijk zelfs het driedubbele.Het bodemleven is geen willekeurige mix van soorten.Schimmels,bacterien,wormen,mieren en al die andere dieren zijn niet ongeordend in de bodem beland.Soorten van een diergroep zitten elk op hun eigen diepte in de bodem.Want het micromilieu verandert geleidelijk maar ingrijpend als je van vlak boven het oppervlak afdaalt.Centimetr voor centimeter veranderen zaken als lichthoeveelheid,temperatuur,grootte van holten,chemische eigenschappen van lucht,water en bodem,beschikbare voedingsstoffen en de voorkomende soorten organismen.De combinatie van al deze eigenschappen definieert het ecosysteem tot op microniveau.Elke soort is het best aangepast aan het overleven en voortplanten in zijn niche.Bodemwetenschappen met name bodembiologie,ontwikkelen zich momenteel snel tot een belangrijke wetenschappelijke discipline.

Gelovigen laten archeologisch rapport aanpassen: "Aarde is slechts 6.000 jaar oud"

Gelovigen laten archeologisch rapport aanpassen: "Aarde is slechts 6.000 jaar oud"

woensdag 27 januari 2010

beestjes in bed

Een huistofmijt is kleiner dan een halve millimeter en hij bijt niet.Hij vindt jou zelfs superleuk,want hij is verzot op huidschilfers en haartjes die je elke dag verliest.Omdat hij het liefst op warme,vochtige plaatsen zit,gaat hij meestal in je matras wonen (die wordt nat van je zweet).Jammer genoeg doet hij dat niet alleen,en brengt hij meestal duizenden vriendjes mee.Ze krijgen ook heel snel kindjes.En dat kan een probleem zijn,want veel mensen zijn allergisch voor... hun drolletjes!Vandaar dat je je kamer geregeld moet schoonmaken en verluchten,want ze houden niet van stofzuigers en koude lucht.

maandag 25 januari 2010

ons brein groeide in ijstijd

De hersenen van de oermens gingen plotseling groeien toen het klimaat kouder werd,en onze voorvaderen ontwikkelden zich daarna tot de intelligente Homo Sapiens-de denkende mens.

Zo'n 2,5 miljoen jaar geleden waren de omstandigheden optimaal en konden de hersenen van onze voorouders extra hard groeien,aldus onderzoekers van de Howard University in Washington D.C. en het Duitse Max Planck-instituut voor biogeochemie.Tot dat moment was het een paar graden warmer op aarde dan nu,waardoor grote hersenen hun warmte niet kwijt hadden gekund.De hersenen konden niet groter worden dan circa 600 kubieke centimeter zonder oververhit te raken.De onderzoekers hebben berekend dat de primitieve hersenen van de Homo habilis een temperatuurdaling van slechts 1,5 graden nodig hadden gehad om hun warmte kwijt te raken en door te groeien tot een herseninhoud van 1000 kubieke centimeter,zoals te zien is bij de beter ontwikkelde Homo Erectus.De groei van onze hersenen is echter niet veroorzaakt door het koudere klimaat.De oorzaak moet gezocht worden in de evolutie,waarin grote hersenen een enorm voordeel opleverden in de dagelijkse strijd om te overleven.De kou was meer de omstandigheid die de groei mogelijk heeft gemaakt.

Prehistorische mens kon succesvol amputeren

Prehistorische mens kon succesvol amputeren

zondag 24 januari 2010

Waarom struisvogels niet kunnen vliegen

Waarom struisvogels niet kunnen vliegen

dieren spoelden aan op madagaskar

De unieke verzameling dieren op het Afrikaanse eiland Madagaskar is er waarschijnlijk gewoon aangespoeld.Hoe de bizarre zoogdieren zoals lemuren,maki's en vingerdieren,er vijftig miljoen jaar geleden zijn aanbeland,was tot nu toe een mirakel.Jason Alo ( universiteit van Hong Kong)komt nu met een doorbraak.De dieren zouden door gunstige oceaanstromen op boomstronken en andere vegetatie van Afrika naar Madagaskar zijn gedreven om zich daar verder te ontwikkelen.Daarom zouden er ook enkele kleine zoogdieren zitten.De grote dieren zouden immers gezonken zijn.

zondag 17 januari 2010

de aarde in cijfers

ouderdom van de aarde: 4,6 miljard jaar

gewicht: 5,967 X 10²4 kg

Lengte (pool tot pool): ca 12500 km

Omtrek bij evenaar: ca 40.000 km

In 1 UUR krijgt de aarde meer energie van de zon dan wij in een heel jaar uit gas,olie en kolen halen.

30% is het albedo van de aarde,dat is het percentage zonlicht dat weerkaatst wordt en weer de ruimte in gaat.

12.261 meter diep is de diepste boring ter aarde,op het schiereiland Kola in Rusland.Als de aarde een lichaam was,zou het nog geen muggeprikje zijn.

21 dagen duurt het om de ontoegangkelijkste plek ter wereld te bereiken,op 5200 meter hoogte in het Tibetaanse Hoogland.Te voet.

147°C zit er tussen de hoogste en de laagste gemeten luchttemperatuur.

800 actieve sattelieten draaien om de aarde,met 600.000 stuks schroot van meer dan 1 cm erom heen.

99% van het binnenste van de aarde is minimaal 1000°C.

Vanaf de evenaar ligt het centrum 6378 km onder het aardoppervlak.Het zou acht uur duren om erheen te vliegen.

1600 km is de afstand tot de volgende kust als je op Bouvet staat,het meest afgelegen eiland ter wereld in de zuidelijke Atlantische Oceaan.Antartica is het dichts bij;om in bewoond gebied te komen moet je dus naar Afrika,2260 km naar het noorden.

478 km zonder enige kromming.De langste rechte spoorweg ter wereld doorkruist Nullabor Plain in Australie.

24 cm-zo veel beweegt de Tongaplaat per jaar.Daarmee is het de snelste tektonische plaat ter aarde.

19.752 meter is het verschil tussen het hoogste punt ter aarde,de top van de Mount Everest,en het diepste punt in zee,op de bodem van de Marianentrog.Het diepste punt op het land is de oever van de Dode Zee.Daar sta je 4176 meter onder de zeespiegel.

1 maan telt onze planeet.Ter vergelijking:Saturnus heeft er zeker 61.

De maan creeert sterke getijden op aarde.In de Baai van Fundy aan de Canadese oostkust is het verschil tussen eb en vloed soms wel 16 meter.

6,8 miljard mensen zijn er op de aarde.Dat waren er 12.000 jaar geleden hooguit 10 miljoen.Pas rond 1810 kwamen we aan 1 miljard.En in 25 jaar (1974-1999) steeg de wereldbevolking van 4 tot 6 miljard.

6200m² bos
7200m² landbouwgrond
54.000m² zee

zou elke aardbewoner bezitten als alles eerlijk werd verdeeld.

Zou je alle hoogtes gladstrijken,dan zou de aarde bedekt zijn met 2500 meter water.

Slechts 10% van het natste halfrond van de aarde is land.71% van de hele planeet staat onder water.Slechts 0,3 van al het water is zoet water. De zeespiegel is niet vlak.Het verschil tussen het hoogste en het laagste punt kan wel 160 meter zijn.Dat is toch een halve Eiffeltoren.

Waarom zijn berkenbomen wit?

Bomen hebben meestal een donkere stam,maar berken niet.Waarom is dat?

Veel bomen in het hoge,koude noorden hebben een witte of lichte schors.Een witte schors reflecteert meer zonlicht dan een donkere schors,dus door zijn lichte kleur houdt de berk zijn temperatuur in de winter op een constant laag niveau.Het lijkt overbodig om de temperatuur laag te houden in een koud klimaat,maar als de temperatuur van een boom dagelijks rond het vriespunt schommelt,neemt de kans op vorstschade toe,zoals diepe scheuren in de boomschors.Dergelijke scheuren zijn ideale plaatsen voor ongedierte en ziekten,en daardoor kan de boom snel afsterven.Met een witte of lichte schors nemen de overlevingskansen van de boom op lange termijn toe,dat is waarschijnlijk de reden dat de evolutie bomen met een lichte bast heeft geselecteerd voor koude gebieden.Bomen met een donkere bast hebben hier minder goede kansen om te overleven,en brengen dus minder nieuwe bomen voort.Het is niet geheel duidelijk waardoor de witte berkenkleur precies wordt veroorzaakt.Een mogelijke verklaring is dat de dodoe cellen op de schors het licht op een bepaalde manier reflecteren.Het menselijke oog neemt deze materiaaleigenschap waar als witte tint.

zaterdag 16 januari 2010

in het spoor van Alexander Von Humboldt deel 3

Alexander Von Humboldt belangrijkste motief om tijdens zijn expeditie door Amerika Venezuela aan te doen,is een tocht over de Rio Orinoco en de Rio Negro,een zijrivier van de Amazone.Deze avontuurlijke tocht maken Humboldt,zijn reisgezel Bonpland en hun twee Spaanse begeleiders aan boord van een lange kano,die door vier indiaanse roeiers wordt bediend.Onderweg passeert het expeditieteam tal van opmerkelijke plekken,en onder meer passages in Boca de La Tortuga,San Fernando de Atabapo en de stroomversnelling van de Atures krijgen ruim aandacht in Humboldt reisverslag.Na weken op het water bereikt Humboldt de Rio Casiquiare,een natuurlijk kanaal tussen het stroomgebied van de Oricono en dat van de Amazone.Voor Humboldts passage hadden militairen en missionarissen deze verbinding tussen de twee grote stroomgebieden al ontdekt,maar in wetenschappelijke kringen bestond er toen nog steeds veel twijfel over.Vandaar dat Von Humboldt de 300 kilometer lange Rio Casiquaire wilde afvaren,meten en correct in kaart brengen.Simpel verloopt die uitdaging niet.Het bewolkte weer verhindert hen op sommige dagen om waarnemingen uit te voeren en bovendien worden ze aan de rand van de rivier voortdurend aangevallen door muggen en andere insecten.Veel mogelijkheid om op land de jungle in te trekken heeft Alexander Von Humboldt hier dus niet,en misschien net daarom mist hij een ontmoeting met de Yanomami-indianen.Dit is een van de meest primitieve stammen in het Amazonewoud die pas in de loop van de 20 ste eeuw werd ontdekt.Meer dan een eeuw na Humboldts bezoek dus.Door de eeuwenlange afzondering van de moderne samenleving leven deze indianen nog steeds volgens hun authentieke levenswijze,al wordt hun leefgebied tegenwoordig bedreigd door illegale goudzoekers.Zij stelen niet enkel de bodemschatten van dit gebied,maar in hun zog volgen vaak geweld en prostitutie,terwijl hun activiteiten ook het water vervuilen.Ter bescherming van de Yanomami-indianen is de linkeroever van de Rio Casiquaire in de jaren 1990 door Unesco tot biosfeerreservaat uitgeroepen-een zege voor de uitzonderlijke natuurrijkdom in dit afgelegen stuk Amazonewoud.Al varend op de Rio Casiquaire blijken Humboldts woorden uit zijn legendarische reisverslag dan ook nog steeds actueel:'Hier in dit vruchtbare land,bedekt met een eeuwig groen gebladerte,zoekt men tevergeefs naar sporen van de krachtige mensheid.Men waant zich in een andere wereld,totaal verschillend van die waar men geboren is.'

DNA sluipwesp bepaalt voorkeur prooi

DNA sluipwesp bepaalt voorkeur prooi

in het spoor van Alexander Von Humboldt deel 2

Het beginpunt van Humboldts expeditie op het Amerikaanse continent is Venezuela,dat toen Spaans koloniaal territorium was.Uitgerust met onder meer een telescoop,kwadrant (om de stand van zon en sterren te meten) en een inclinatorium (om de kracht van het aardmagnetisme op te meten),leidt het reistraject vanuit havenstad Cumana snel landinwaarts de bergen in.Onderweg voert Humboldt tientallen metingen uit en overdonderd door de pracht van de natuur verzamelt hij tal van dieren en planten.Een deel van die verzameling is vandaag ,nog te zien in musea in Parijs (Musée National d'Histoire Naturelle) en Berlijn (Museum Fur Naturkunde).Een van de eerste natuurfenomenen die Alexander Von Humboldt in de Nieuwe Wereld tegenkomt,is de Cueva del Guacharo.Deze druipsteengrot in de omgeving van Caripe in Venezuela vormde de schuilplaats voor de Guarcharos of vetvogels (Steatornis caripensis).Net zoals vleermuizen trekken deze vogels er s'nachts op uit,terwijl ze overdag met veel gekrijs hun nesten bewaken in het voorste gedeelte van de grot.Voor de indianen was deze vogel van bijzonder groot belang,vooral voor zijn onderhuidse vetlaag die onder meer tot olie werd verwerkt.Eén keer per jaar trokken de Indianen daarvoor op jacht.Humboldt beschrijft:'De Indianen trekken dan de grot in.Met stokken vernietigen ze de meeste nesten en worden er vele vogels gedood.De volwassen vogels verdedigen hun jongen en vliegen krijsend rond het hoofd van de Indianen.De jonge vogels vallen uit het nest en worden plat getrapt...'.Vandaag is de jacht op de beschermde Guarcharos verboden.Maar nu lijkt hun voortbestaan bedreigd door iets te gulzige ratten.Het achtergelaten afval van toeristen heeft de ratten een tijd geleden naar de grot gebracht,waar ze zich maar wat te graag te goed doen aan de eiren van de Guarcharos.Ondertussen worden bezoekers aan de grot beter in het oog gehouden en aan de ingang van de grot waakt ook Humboldt in standbeeldversie.Er is ook een Museo Humboldt met aandacht voor zijn passage,de guacharos en de natuurpracht van deze streek in het noordoosten van Venzuela.Het beste moment om de plek te bezoeken is bij zonsondergang,wanneer de vogels met honderden naar buiten vliegen voor hun nachtelijke bevoorradingstocht.

vrijdag 15 januari 2010

in het spoor van Alexander Von Humboldt deel 1

Bij ons mag de naam Alexander Von Humboldt wat in de vergetelheid zijn geraakt,in zijn thuisland Duitsland blijft hij erg populair.Dat komt ook door zijn al even beroemde,oudere broer:de taalkundige Willem Von Humboldt,die zijn naam gaf aan de universiteit van Berlijn.Maar ook het werk van Alexander blijft onderzoekers inspireren.Een van de grootste verdiensten van de jongste van de Humboldt-broers was zijn multidisciplinaire aanpak bij de studie van natuurfenomenen.Zo was hij tegelijkertijd geograaf,bioloog en meteoroloog.Volgens Alexander Von Humboldt was alles wisselwerking en bovendien gaf hij aan de mens een belangrijke rol in de natuur.Geregeld krijgt Humboldt de titel van de eerste ecologist toebedeeld,net zoals hij ook de geschiedenis is ingegaan als grondlegger van de fysische geografie en plantengeografie.De wetenschappelijke ontdekkingsreizen,en dan vooral zijn expeditie op het Amerikaanse continent,blijven het meest tot de verbeelding spreken.Samen met de Franse Botanicus Aimé Bonpland reist hij rond 1800 vijf jaar lang op het Amerikaanse continent:hij beklimt er een groot aantal bergtoppen van de Andes,botst op tientallen tot dan toe onbekende planten-en diersoorten,bezoekt precolumbiaanse sites en op het eind volgt in Washington nog een ontmoeting met de Amerikaanse president Thomas Jefferson.Humboldts avontuurlijke reisverslagen meken hem wereldberoemd en doen een hele generatie wetenschappers dromen van soortgelijke expedities.Bij hen Charles Darwin.Zijn fascinatie is zo groot dat hij Humboldts reisverhaal over de Amerikaanse expeditie op zak heeft wanneer hij jaren later zelf aan boord van de Beagle gaat.Darwin citeert Von Humboldt meermaals in zijn werk,maar na een persoonlijke ontmoeting midden 19 de eeuw lijkt de wetenschappelijke liefde wat voorbij.Zo geeft Darwin kort daarop de volgende negatieve commentaar over zijn grote voorbeeld: ' Ik was ontgoocheld over deze grote persoonlijkheid die me vereerde door me te willen ontmoeten.Waarschijnlijk waren mijn verwachtingen te hoog.Ik kan me niets opmerkelijks herinneren van ons gesprek,behalve dat Humboldt zeer vriendelijk was en zeer veel praatte....'.

donderdag 14 januari 2010

biodiversiteit 2010:deel 3

Biodiversiteit leidt bij biologen en natuurbeschermers niet alleen tot veel leerrijke pret,maar ook tot kopzorgen.Maar wat is de bredere maatschappelijke betekenis van biodiversiteit?Er zijn vele soorten,we kunnen er toch wel een aantal missen?Soorten hebben ingewikkelde ecologische relaties met hun omgeving en met andere soorten.Als een soort fel afneemt,leidt dat tot kettingreacties bij andere soorten.Een aantasting van de biodiversiteit zet een ruim gamma van natuurlijke diensten op de tocht.Biodiversiteit wordt vaak een intrisieke waarde toegedicht.Maar de jongste tijd groeit het inzicht in de economische waarde van allerhande vormen van natuurlijke dienstverlening.Het meest voor de hand liggend zijn de natuurlijke producten zoals voedsel,hout,water en basisproducten voor medicijnen.Maar biodiversiteit zorgt voor veel meer diensten.Zo spelen natuurlijke leefgebieden en soorten een belangrijke rol bij het regelen van het fysische milieu.Bij extra regenval bieden natuurlijke leefgebieden bijvoorbeeld een groter bergingsvermogen dan bebouwde of landbouwgebieden.Natuurlijke vegetatie kan ook heel wat broeikasgassen stockeren of opnemen.Biodiversiteit zorgt verder voor een gamma aan culturele diensten:het is een rijke bron voor kunst,cultuur en wetenschap.Het samenspel van dieren en planten zorgt voor essentiele kringlopen van water,energie en voedingsstoffen waarvan het belang voor de mens moeilijk overschat kan worden.Soortenrijke gebieden blijken ook beter bestand tegen de invloed van inpalmende exotische soorten dan soortenarme systemen.De beheersing van exotische soorten in waterlopen,bossen en bermen kost intussen almaar meer geld.Bestuivende insecten bieden een ander voorbeeld van een ondersteunende dienst die wereldwijd veel geld waard is.Bestuiving is immers niet alleen van levensbelang voor wilde planten,maar ook voor vele cultuurgewassen,zoals de watermeleoen,tomaat en zonnebloem.Landbouwgebieden die meer een natuurlijke en soortenrijke vegetatie herbergen,hebben een ruimer assortiment van handige en mobiele wilde bestuivers.Dat laat zich voelen bij de cultuurgewassen op de akkers.Bovendien blijken dan ook meer roofinsecten voor te komen die pestsoorten als bladluizen mee controleren.Er valt nog veel te leren over landschapskenmerken die deze natuurlijke diensten kunnen bevorderen.Er wordt in toenemende mate nagedacht hoe biodiversiteit in landbouwgebied functioneel kan worden ingeschakeld in dienst van de landbouw.

Menselijke welvaart en welzijn hangen af van het goed functioneren van vele andere levensvormen,ecologische relatie en leefgebieden.De invloed van biodiversiteit op het menselijke welzijn kan zelfs heel direct zijn.In het noordoosten van de Verenigde staten blijkt het risico om de ziekte van Lyme via een teek op te lopen kleiner te zijn in gebieden met een rijkere wilde zoogdierenfauna.Er treedt dan een verdunningseffect op,wat het risico voor de mens verlaagt.Maar het contact met fauna,flora en natuurlijke landschappen beinvloedt ook de geestelijke toestand van de mens.Enkele experimenten in ziekenhuizen en gevangenissen suggereren helende en kalmerende effecten van uitzicht op natuurlijke landschappen of van directe contacten met planten en dieren.Dergelijke aspecten van biodiversiteit verdienen volgens psychologen meer aandacht in een wereld waar een toenemend deel van de populatie in een erg druk,stedelijk milieu leeft.Recent onderzoek in Sheffield toont bijvoorbeeld aan dat de psychologische voordelen van een bezoek aan groengebieden topenemen met de natuurlijke soortenrijkdom van het gebied.De Wereldgezondheidsorganisatie omschreef gezondheid meer dan een halve eeuw geleden al als " de volledige toestand van het fysieke,mentale en sociale welzijn van de mens en niet alleen als de afweziogheid van ziekte.'Biodiversiteit blijkt daar voor veel tussen te zitten.Zopas verscheen in het medische vakblad Allergy een opmerkelijk opiniestuk onder de titel 'Allergieen zijn zeldzaam in een biodiverse omgeving met veel vlinders'.Een stedelijk milieu zonder veel biodiversiteit blijkt de essentiele uitdagingen te missen voor een volledige ontwikkeling van ons immuunsysteem.We hebben een biodiverse omgeving broodnodig.Of 2010 een keerpunt wordt in de manier waarop we met biodiveristeit omspringen,zal moeten blijken.Wetenschappers trekken alleszins al jaren aan de alarmbel om de groeiende biodiversiteitscrisis slim en krachtdadig aan te pakken.Nu we duidelijker zicht beginnen te krijgen op ecologische aspecten,maar ook op de economische en gezondheidsaspecten van een biodiverse omgeving,moet biodiversiteit net als de klimaatproblematiek een centralere rol toebedeeld krijgen in veel meer beleidsdomeinen.Meer samenwerking tussen wetenschappers van verschillende disciplines is dan ook de boodschap.

dinsdag 12 januari 2010

Neanderthalers gebruikten make-up

Neanderthalers gebruikten make-up

biodiversiteit 2010: deel 2

Natuurbehoud richt zich hoofdzakelijk op bedreigde soorten en leefgebieden.Dat is begrijpelijk.Een groeiend aantal soorten en leefgebieden moet aan het infuus.De jongste jaren wordt echter duidelijk dat de biodiversiteitscrisis zich niet beperkt tot bedreigde soorten.Er tekenen zich ook zorgwekkende trends af bij wijdverspreide soorten.Dat is een nieuw signaal waarop een degelijk biodiversiteitsbeleid een antwoord moet bieden.De mate vanbedreiging van een soort in een regio,een land of wereldwijd kan op verschillende manieren ingeschat worden.De meest gangbare manier is de vergelijking van verspreidingsgegevens in twee periodes (bv,jaren 1980 tegenover 2000).Gebieden worden in vaste rastercellen opgedeeld en er wordt voor iedere soort cel per cel nagegaan of ze aanwezig is.De rastercellen van de kaartprojectie,vernoemd naar Mercator-de Universele Transversale Mercatorprojectie of kortweg UTM-systeem-,vormen de gangbare standaard voor het verspreidingsonderzoek.Omdat de zoekintensiteit niet altijd dezelfde is tussen de verschillende periodes,moeten statistische analyses daar rekening mee houden.Voor veel soortengroepen beschikken we echter niet over genoeg oud en nieuw cijfermateriaal.De best onderzochte groepen zijn meestal vogels,planten,amfibieen en dagvlinders.Het beeld van de toestand van de biodiversiteit is dus erg onvolledig.De grote soortenrijkdom en moeilijkheidsgraad om bepaalde soorten correct te identificeren maakt dat tot een mission impossible.Daarom kiest men vaak om meer te investeren in het gedetailleerd opvolgen van enkele soortengroepen.Zo'n aanpak laat toe om een gevoeligere vinger aan de pols te houden dan met verspreidingsonderzoek alleen.Met gestandaardiseerde telmethodes in een reeks van gebieden kan niet alleen de verspreiding,maar ook de jaarlijkse veranderingen in de talrijkheid van soorten gevolgd worden.Neem bijvoorbeeld dagvlinders.In vlaanderen wordt maar liefst een derde van de inheemse dagvlinders als uitgestorven beschouwd.Die soorten vinden we elders nog in Europa,maar niet langer in Europa,maar niet langer in Vlaanderen.Een derde wordt in meerdere of mindere mate bedreigd.Zij figureren op de zogenoemde Rode Lijst.Het resterende derde deel van de vlinderfauna zit voorlopig nog op rozen.Dat was alleszins de balans uit het verspreidingsonderzoek in 2001.Ondertussen moet ook die conclusie bijgesteld worden.Recent populatieonderzoek toont dat vele 'gewone' dagvlindersoorten de laatste jaren aantoonbaar uitdunnen.Bekende voorbeelden zijn de dagpauwoog en de citroenvlinder.De forse terugval van bekende soorten springt bij het brede publiek in het oog.Enkele soorten brengen het er wel goed van af.Het bont zandoogje is zo'n succesnummer.Soorten die door menselijk toedeoen bedreigd worden,blijken geen willekeurige steekproef te zijn.Bepaalde biologische kenmerken maken soorten gevoeliger.Voorbeelden van zulke kenmerken zijn een klein verspreidingsgebied,een hoge mate van habitiatspecialisatie en een trage levensstijl met een beperkt aantal nakomelingen.Maar we zien ook soorten vann levensstijl veranderen via snelle evolutie.Hoewel natuurbehoud lange tijd los van evolutiebiologie werd bekeken,groeide de jongste jaren het inzicht dat succesvol natuurbehoud alles met evolutie in actie te maken heeft.Biodiversiteit is meer dan de indrukwekkende optelsom van soorten.Variatie binnen soorten is immers de motor van de biodiversiteitsmachine.Het is de levensverzekering van een soort.Zonder variatie treedt er geen evolutie door natuurlijke selectie op.Het biodiversiteitvraagstuk wordt dan ook door de bril van Darwin bekeken.

zondag 10 januari 2010

biodiversiteit 2010: deel 1

2010 is uitgeroepen tot het jaar van de biodiversiteit,of van het leven op aarde.Het is ook de deadline die de internationale gemeenschap zichzelf had gesteld om de achteruitgang van de biodiversiteit te stuiten-een mijlpaal die bekendstaat onder de noemer "Countdown 2010". Recente wetenschappelijke analyses zijn echter weinig hoopvol.De erosie van de wilde fauna en flora zet zich onverminderd door,binnen,maar vooral ook buiten natuurreservaten.

Soorten lijken de vanzelfsprekende eenheden waarin de levende materie zich toont.Toch is over het concept "soort" al heel wat wetenschappelijke inkt gevloeid. Soorten blijken immers veranderlijk doorheen de tijd,want ze zijn onderhevig aan evolutie.Bovendien blijken de grenzen tussen soorten niet altijd waterdicht.Kruising tussen twee soorten kan soms zelf leiden tot een nieuwe soort,zoals recent werd aangetoond voor de kleurrijke,tropische Heliconiusvlinders.In het vier miljard jaar lange bestaan van het leven op aarde zien we een komen en gaan van soorten.Dat leren we aan de hand van onderzoek naar fossielen.Op de geologische tijdschaal neemt de biodiversiteit netto toe,maar er zijn enekele biodiversiteitcrissisen geweest.Het aantal soorten viel al een keer of vijf sterk terug-onder meer toen de dinosaurussen uitstierven-,maar groeide na enkele miljoenen jaren weer aan.Als een soort uitsterft,betekent dat een evolutionair eindpunt.De spreekwoordelijke levensboom heeft dan ook vele gesnoeide takken.Soorten kunnen bovendien ook overgaan in meerdere soorten.Uit het fossielmateriaal berekenden wetenschappers de gemiddelde snelheid waarmee de soorten " normaal" uitsterven.Dat geeft geen precies getal,maar een grootteorde.De berekeningen laten er geen twijfel over bestaan.Het huidige ritme waarmee soorten verdwijnen is honderd tot meer dan duizend keer hoger dan "normaal".Voor biodiversiteit bestaat er nog geen internationaal panel dat alle effecten op wereldschaal kritisch analyseert zoals het IPCC dat voor het klimaat doet.Maar er zijn wel internationale organisatieszoals de IUCN (International Union for Conservation of Nature), die de mate van bedreiging van soorten proberen vast te stellen.De oorzaken van de huidige biodiversiteitscrisis hebben alleszins een menselijke signatuur.Het succes van onze eigen soort heeft een hoog prijskaartje voor vele andere levensvormen.Maar in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt,is de oorsprong van die impact niet recent.Paleontologen zijn het erover eens dat de mens al vele duizenden jaren soorten heeft helpen verdwijnen door overbejaging.Vooral grote zoogdieren en vogels hebben daaronder te lijden gehad,zoals de holenbeer en het reuzenhert.Overexploitatie blijft tot vandaag een heikel punt.De populaties van vissoorten zoals de Atlantische kabeljauw en de blauwvintonijn zijn nu nog maar fracties van de populaties enkele decennia geleden.Jacht en visvangst zijn zeker de oudste invloeden van de mens op soorten,maar niet de enige.Het is vooral de indirecte invloed op soorten die almaar toeneemt.De menselijke bedrijvigheid doet natuurlijke leefgebieden krimpen en zorgt voor verontreiniging.Onbedoeld neveneffect is dat de biodiversiteit sterk achteruit boert.De jongste jaren komen er nieuwe invloeden bij,met name klimaatverandering en uitheemse soorten.Sommige soorten raken door menselijke activiteiten ver buiten hun natuurlijke areaal en kunnen daar een ravage aanrichten onder inheemse soorten.Het is vooral de combinatie van de verschillende factoren die vele soorten in toenemende mate de das omdoet.Als populaties door habitatverlies en -versnippering al erg klein zijn geworden,kunnen extreme weersomstandigheden de doodsteek geven.Toch zijn er ook soorten die primla gedijen in menselijke milieus.De merel evolueerde van een schuwe bosvogel tot een vlotte stadsbewoner.Biologen proberen uit te zozeken waarom sommige soorten zich makkelijkn aanpassen aan een wereld op mensenmaat,terwijl vele andere dat niet of niet genoeg doen om succesvol te overleven.

zaterdag 9 januari 2010

natuurideologie

Het natuurlijk evenwicht is een mythe,geen wetenschappelijk feit.De ideologie ontstond dankzij enkele invloedrijke denkers.

1)De Griekse filosoof Plato en zijn leerling Aristoteles, dé filosofen die het denken in het Westen en het christendom eeuwenlang dicteerden.Plato is de bedenker van de ideeenleer, die stelt dat alle direct waarneembare werkelijkheid een zwakke afspiegeling is van een ideaaltoestand.De ideale vrouw, de ideale natuur,de begrippen zijn 2.500 jaar later nog steeds in gebruik.

2)William Paley en de 'natuurlijke theologie' van ongeveer 50 jaar voor Charles Darwin.Het idee van een verloren paradijs dat hersteld moet worden,danken wij aan het christelijke zondevaldenken.Theologen verdedigen altijd het idee van de natuur als godsbewijs.De natuur werkt perfect zoals God die schiep, en die perfectie duidt op zijn scheppingskracht.De bekendste analogie is die van William Paley,"God de horlogemaker". Alle spelers in de natuur zouden in een perfect raderwerk op elkaar zijn afgesteld.Intelligent Design is Paley in een moleculair jasje.

3)Ernst Haeckel, de Duitse zooloog en tijdgenoot van Darwin.Hij bedacht de term 'ecologie'.

4)Lynn White.Het ecologisme als ideologie werd mede populair in kringen van milieubeschermers dankzij de invloedrijke paper 'On the Historical roots of our Ecological Crisis' van historicus Lynn White in Science in 1967. Hierin betoogt hij dat de christelijke ( en humanistische) mensvisie de oorzaak is van de natuurvernietiging die White meende waar te nemen.Deze visie zet de mens apart van de natuur,en White geloofde dat natuurvolkeren in harmonie leefden met de natuur. White's visie is inmiddels door paleo-ecologisch onderzoek achterhaald. Natuurvolkeren in zowel de Verenigde Staten als Nieuw-Zeeland waren veroorzakers van massa-extincties.

5)De meeste milieuverenigingen noemen zich ecologistisch.Dat betekent dat zij mens als onderdeel van de natuur willen zien.De visie staat tegenover het antropocentrisme van het humanisme,waarbij de mens de maat is van alle dingen.Bij ecologisme als ideologie treedt vaak spraakverwarring op. Want als de mens zichzelf hoort te zien als deel van de natuur,dan is zijn handelen ook automatisch natuurlijk. In dat geval is een Oosterscheldedam even natuurlijk als een beverdam.

vrijdag 8 januari 2010

wittevlieg saboteert plantenalarm

De wittevlieg verwant aan de bladluis,houdt de lijfwachten van planten op afstand.

Als een bonenplant wordt belaagd door spintmijten, reageert ze daarop door geurstoffen af te scheiden die roofmijten aantrekken.Die eten de spintmijten op en doen dus dienst als natuurlijke lijfwacht.Het bestaan van dergelijke " alarmsystemen" was al langer bekend,maar onderzoekers van Wageningen Universiteit hebben nu ontdekt dat een gelijktijdige aantasting door verschillende plaagsoorten het mechanisme in de war kan sturen.Wordt een bonenplant tegelijk aangevreten door de tabakswittevlieg, dan daalt de produvtie van de geurstof waarop de roofmijten afkomen.De wittevlieg zet namelijk zelf een verdedigingssysteem op basis van andere plantenhormonen in gang dat interfereert met het mechanisme tegen spintmijten.De "roep om hulp" van de plant klinkt daardoor minder luid.De wetenschappers stelden dan ook vast dat spintmijten een duidelijke voorkeur hebben voor planten die al door wittevliegen worden aangetast en dat ze daar meer nakomelingen produceren.Het is nog niet duidelijk of de wittevlieg zelf voordeel haalt uit haar sabotage, zegt entomoloog Marcel Dicke."We hebben bij ons onderzoek niet bepaald of de eileg of groeisnelheid van de wittevlieg verbetert, al verwachten we dat wel.Anderzijds, als er meer spintmijten worden aangetrokken, dan leuidt dat tot extra concurerentie en dat is al snel een nadeel'.Omdat natuurlijke vijanden van plantenbeschadigers worden ingezet bij de biologische gewasbescherming, is het belangrijk de onderlinge relaties tussen plaagsoorten en hun belagers te kennen.

woensdag 6 januari 2010

Welk dier krijgt het meeste kroost

Welk dier is het vruchtbaarst?

En is het wel een handige strategie in de natuur om veel nageslacht te krijgen?

Alle diersoorten doen hun best om zo veel mogelijk levensvatbaar nageslacht op de wereld te zetten.Meestal is een gebrek aan voedsel of ruimte de reden dat het aantal afneemt, maar dit probleem hebben de dieren vaak zelf opgelost door verschillende voortplantingsstrategieen te ontwikkelen.Sommige soorten steken slechts weinig tijd en energie in de verzorging van hun kroost en kunnen daardoor veel nageslacht krijgen.De prijs voor deze strategie is dat de jongen zich niet al te best kunnen redden en vaak jong sterven.Dit geldt bijvoorbeeld voor veel vissoorten.Maar het aantal eitjes dat vissen leggen is soms indrukwekkend.Een goede kandidaat voor het vruchtbaarste dier op aarde is de maanvis, die ongeveer twee ton weegt.Het vrouwtje kan wel 300 miljoen eitjes leggen.Maar slechts een klein aantal visjes haalt de volgroeide fase.Andere soorten steken meer energie in de zorg voor hun nageslacht en brengen dan ook minder kroost voort.Zoogdieren zorgen het beste voor hun jongen.Een groot deel van hun vroege ontwikkeling brengen ze door in een veilige baarmoeder, en na de geboorte worden ze nog lang door één of beide ouders verzorgd.Dat gebeurt vooral bij zoogdieren die een complex sociaal leven hebben zoals apen en olifanten.Zo'n leven vergt een lange opleiding, en deze dieren hebben daarom ook grotere hersenen.

Nieuwe kreeftensoort lijkt op een aardbei

Nieuwe kreeftensoort lijkt op een aardbei

dinsdag 5 januari 2010

Leguaan op hoge poten door mier

Een stekelleguaan in het Zuidoosten van de VS laat prachtig zien hoe snel de evolutie in de dierenwereld kan gaan.In 1930 kwam de vuurmier vanuit Zuid-Amerika naar de VS. Leguanenfamilies die op dezelfde plaatsen als de vuurmieren leven, kregen vervolgens in nog geen 80 jaar andere ach^terpoten;hun achterpoten zijn 5% langer dan op plaatsen waar de vuurmier niet voorkomt.Dat blijkt uit het onderzoek van Lee Tracy Langklide,hoogleraar biologie aan de Penn State University.Door zijn lange achterpoten kan de leguaan een vuurmier makkelijker van zich afschudden.De agressieve mieren vallen de leguanen aan en injecteren ze met een verlammend gif;waarna ze de dieren verorberen.Langklide heeft op een aantal locaties leguanen bestudeerd en zag daarbij dat de achterpoten van de leguanen die vuurmieren maar al te goed kennen, langer zijn, en dat de stekelleguanen die in 'mierenland'leven bepaalde afweermechanismen ontwikkeld hebben.Zo zal een leguaan die de vuurmier wel kent proberen de aanvallende mieren van zich af te schudden voordat hij de benen neemt.Maar een leguaan die de mier niet kent, zal stil blijven liggen en zijn oren sluiten.

Apen niet zo slim als gedacht

Apen niet zo slim als gedacht

maandag 4 januari 2010

fossiele reuzenvogel in Peru ontdekt

In Peru is de tot nu toe best bewaarde schedel van een grote zeevogel van de familie der Pelagornithidae-ontdekt, die 50 tot 2,5 miljoen jaar geleden leefde. Het aangetroffen exemplaar is ongeveer 10 miljoen jaar oud,had een spanwijdte van zo'n zes meter en een schedel van 40 centimeter.De vogel steeg dan ook niet erg elegant op,denkt paleontoloog Mario Urbina van het nationaal-historisch museum in Peru.Aangezien zijn vleugels minder efficient waren dan die van de huidige vogels, moest hij waarschijnlijk op een hoge rots of een ander uitsteeksel klimmen voordat hij kon vliegen.Fossielen van het dier zijn uiterst zeldzaam omdat de botten heel dun waren.Dat maakte het wel eenvoudiger voor de vogel om te vliegen.Vanwege hun broosheid worden fossielen zelden intact aangetroffen.

zaterdag 2 januari 2010

boek van de week: hella s Haase

Heren van de thee: In 1878 trouwden Rudolf Kerkhoven en Jenny Roosengaarde Bisschop in Batavia en gingen zij wonen op de afgelegen thee-onderneming Gamboeng in de Preanger op Java. In het decor van de indrukwekkende, mysterieuze natuur en tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de koloniale politiek, leven we mee met de autocratische ondernemer Rudolf en zijn verbitterd rakende echtgenote.

vrijdag 1 januari 2010

Evolutie gaat sneller dan gedacht

Evolutie gaat sneller dan gedacht

1 jaar

Deze blog viert zijn 1-jarige bestaan, en hoopt nog een aantal jaren te bestaan.

Voor elke lezer van deze blog een zeer goed 2010 gewenst.