vrijdag 17 juli 2009

Linnaeus : een immense correspondentie

In november 1783, bijna zes jaar na de dood van Linnaeus, zijn al zijn archieven- dat wil zeggen zijn correspondentie, manuscripten, boekenverzameling en herbarium, evenals die van zijn zoon Charles ( 1741-1783) die hem aan de universiteit van Uppsala was opgevolgd en die net was overleden- door zijn weduwe te koop aangeboden om in het onderhoud te kunnen voorzien van haar vier zonen. Omdat er geen Zweedse kopers waren, is de Linnaeaanse collectie verworven door de jonge medicijnstudent James Edward Smith ( 1759-1828), dankzij de medewerking van Joseph Banks ( 1743-1820), voorzitter van de Royal Society in Londen, en met de financiele ondersteuning door zijn vader en enkele invloedrijke vrienden. Eind oktober 1784 komt de brik Appareance met zijn waardevolle lading aan in England met 36 kisten vol brieven en allerlei manuscripten, ongeveer 3000 boeken, vijf kisten met gedroogde planten, vier met stenen en mineralen en twee met insecten. De geschiedenis wil- zij het apocrief- dat Gustaaf III, koning van Zweden en ten tijde van de transacties op reis door Frankrijk, direct na zijn terugkomst een schip zou hebben laten uitvaren om de collectie van Linnaeus te actervolgen en naar Zweden terug te halen. Maar hij was te laat en England was vanaf dat moment in het bezit van een ware wetenschappelijke schat. Bij de dood van Smith, in 1828, worden de correspondentie van Linnaeus en al zijn archieven het eigendom van de Londense Linnean Society, die al in 1788 door Smith was opgericht. Sindsdien zijn ze daar bewaard.

In zijn derde autobiografie, geschreven in de jaren 1760, noemt Linnaeus de namen van meer dan zeventig correspondenten in het buitenland, met name Rusland, Turkije en Amerika. Bij zijn dood in 1778 hadden meer dan 170 Zweden en ongeveer 400 buitenlanders met hem gecorrespondeerd. Al met al zijn er meer dan 3000 brieven aan hem geadresseerd, vanuit Europa, Amerika, Azie en Afrika, geschreven door oftewel natuuronderzoekers en bewonderaars, of door zijn talrijke leerlingen, zijn ' apostelen' zoals hij ze noemde, die door hem over de hele wereld werden uitgezonden om zijn inventarisatie van de levende ,natuur te verrijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten