Onze voorouders verlieten zo'n 120.000 jaar geleden hun Oost-Afrikaanse bakermat en trokken naar Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Azie en later Europa. Op zijn route naar het Noorden verbleef de oermens in de Sahara en de Sahel, waar het nu te droog en te heet is om te wonen. Destijds groeiden daar echter bomen en heerste er een vochtig klimaat.Daar zijn onderzoekers van het NIOZ en de universiteit van Bremen achtergekomen, na studie van sedimentlagen tot bijna 200.000 jaar oud in de bodem van de Atlantische oceaan ten westen van Guinee, op een diepte van 3 km. Daarin vonden ze resten van de waslaag die bomen en planten beschermt tegen de uitdroging door de zon. Het stof kwam daar ooit terecht door winden.
Na analyse van de wasmoleculen concludeerden de onderzoekers dat de Sahara en de Sahel groene en vochtige gebieden waren gedurende drie perioden 120.000-110.OOO, 50.OOO-45.000 en 10.000 en 8000 jaar geleden. Toen konden bomen goed gedijen. De oudste twee perioden vallen samen met de tijd waarin de oermens uitzwermde vanuit Oost-Afrika naar Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Azie en tenslotte ook naar Europa. Deze migratie was mogelijk door het vochtige klimaat en de bijbehorende vegetatie in Noord-Afrika. Toen het daar droger werd, vertrokken onze voorouders naar gunstigere leefomgevingen. Sommige keerden terug naar Oost-Afrika, andere steken over naar Europa.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten